Meinweg
Het Natura 2000 gebied De Meinweg is een grensoverschrijdend, zeer divers gebied. Van oudsher was het een uitgestrekt bos- en moerasgebied. Toen de mens zich in het gebied vestigde, werd dankbaar gebruik gemaakt van het aanwezige hout, strooisel, heide en veen (turf). In de loop der eeuwen is het bos uiteindelijk bijna geheel verdwenen en was De Meinweg omgevormd tot ven- en heidegebied (figuur 1). Veel woeste gronden zijn ontgonnen en drooggelegd voor andere doeleinden, bijvoorbeeld de aanleg van spoorwegverbinding 'IJzeren Rijn'. Later werden, ten behoeve van de mijnbouw, veel naaldbomen geplant (figuur 2). Door het eeuwenlange gebruik door de mens is een zeer divers gebied ontstaan met verschillende typen bos, natte en droge heide. Om de natuur in dit gebied te beschermen en versterken worden in opdracht van de gemeente Roerdalen en in het kader van het Landelijk Programma Natuur, herstelmaatregelen uitgevoerd. Dit Natuurportaal is ingericht om omwonenden en geïnteresseerden te informeren over de maatregelen in het gebied.
Actueel
Het uitstrooien van steenmeel heeft inmiddels (oktober 2024) plaatsgevonden, verdeeld over de bossen in drie gebieden: de Luzenkamp, de Pijp en Vlodrop (zie kaartje hieronder).
Heide- en venherstel
Vochtige heide en zure vennen
In het gebied bevinden zich meerdere zure vennen waarvan slechts enkele van goede kwaliteit. Voor het behoud van soorten van de vochtige heide en de zure vennen is de verbinding tussen deze vennen en heiden essentieel. Het Bakven, dat vroeger groter was dan nu, is gelegen in de laagste verbindingszone tussen twee vochtige heiden. Dit ven zal worden hersteld door drainerende greppels te dempen, en omringende verzurende en verdrogende bosranden te verwijderen. Daarnaast wordt steenmeel toegepast in de randzone van het ven, en wordt over een klein gebied de zure toplaag verwijderd middels plaggen.
Droge heide en halfopen bos (boomheide)
Op de heidegebieden bij Vlodrop-station en de Melickerheide komen bijzondere flora en fauna voor. Om de bestaande populaties van soorten te beschermen en verbeteren worden verbindingen tussen gebieden met droge heide en het halfopen bos (boomheide) gecreëerd. Op de Melickerheide vindt gerichte kap van bomen plaats, waardoor een groot aaneengesloten stuk boomheide ontstaat. Daarnaast wordt op de verbindingsstrook langs het spoor opslag van ongewenste bomen en struiken verwijderd, en zal er intensief worden begraasd langs dit traject.
Bosherstel
Aanplant van rijkstrooiselsoorten
De aanplant van rijkstrooiselsoorten in het bos zorgt voor een breder soortenpalet. Wanneer één of enkele boomsoorten last hebben van bijvoorbeeld droogte, vallen enkele bomen uit en blijft het bosklimaat behouden door de overige boomsoorten.
Een speciale vorm van menging is het aanplanten van rijkstrooiselsoorten als winterlinde, zoete kers, esdoorn , haagbeuk, hazelaar en lijsterbes. Dit heeft de voorkeur omdat deze bomen een positief effect op de bodem kunnen hebben. Bomen met rijkstrooisel hebben een hoog gehalte aan calcium, magnesium en kalium in hun blad. Dit komt doordat ze dit opnemen uit rijkere en diepere bodemlagen. Deze mineralen spelen een belangrijke rol in het zuurbuffermechanisme in de bodem: ze gaan verzuring van de bodem tegen. Daarnaast is het blad van deze rijkstrooiselsoorten makkelijk afbreekbaar door het bodemleven, waardoor inmenging in de bodem wordt gestimuleerd. Hierdoor neemt het organische stofgehalte in de bodem toe, waardoor ook het watervasthoudend vermogen van de bodem wordt verbeterd. Belangrijk in tijden van droogte!
Voor een goede ontwikkeling van de rijkstrooiselsoorten, is een wat mineraalrijkere bodem nodig. Daarom bekijken we per bosperceel of de bodem geschikt is voor aanplant van rijkstrooiselsoorten. We bepalen dus steeds welke boom- en struiksoorten het beste kunnen worden aangeplant, rekening houdend met bodem, standplaats en klimaatverandering.
Toepassen van steenmeel
Op de arme zandgronden ontbreekt vaak een gedeelte van de mineralen, doordat zij naar diepere bodemlagen zijn uitgespoeld. Deze mineralen zijn echter van groot belang voor een gezond bos. We kunnen deze mineralenverhouding in de bossen herstellen door het uitstrooien van steenmeel. Steenmeel is fijngemalen gesteente dat langzaam (in circa 15 jaar) afbreekt en hierbij de ontbrekende mineralen aan de bodem toevoegt. Niet alleen het bos, maar ook de nabijgelegen heide en duingebieden kunnen profiteren van deze mineralen. Om een goed beeld te krijgen van de noodzaak voor het aanvullen van mineralen zijn verspreid over de Meinweg bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarnaast worden permanente monitoringlocaties aangelegd om het effect van het steenmeel de komende jaren te kunnen volgen.
Veelgestelde vragen
- Het gaat om een eenmalige verspreiding van steenmeel.
- Rondom het werk liggen ruime veilige zones waarin geen werkzaamheden plaatsvinden. Deze zones zijn actief afgezet voor publiek en hierbinnen is geen bebouwing aanwezig.
- Het verspreiden gebeurt in structuurrijke vegetatie. Het materiaal daalt snel (hoog soortelijk gewicht) en slaat snel neer.
- We verspreiden geen steenmeel bij te harde wind.
- We hebben bewust voor deze uitvoeringsperiode (doorgaans najaar/winter) gekozen vanwege het relatief vochtige weer.