Meinweg


 

Het Natura 2000 gebied De Meinweg is een grensoverschrijdend, zeer divers gebied. Van oudsher was het een uitgestrekt bos- en moerasgebied. Toen de mens zich in het gebied vestigde, werd dankbaar gebruik gemaakt van het aanwezige hout, strooisel, heide en veen (turf).  In de loop der eeuwen is het bos uiteindelijk bijna geheel verdwenen en was De Meinweg omgevormd tot ven- en  heidegebied (figuur 1). Veel woeste gronden zijn ontgonnen en drooggelegd voor andere doeleinden, bijvoorbeeld de aanleg van spoorwegverbinding 'IJzeren Rijn'. Later werden, ten behoeve van de mijnbouw, veel naaldbomen geplant (figuur 2). Door het eeuwenlange gebruik door de mens is een zeer divers gebied ontstaan met verschillende typen bos, natte en droge heide. Om de natuur in dit gebied te beschermen en versterken worden in opdracht van de gemeente Roerdalen en in het kader van het Landelijk Programma Natuur, herstelmaatregelen uitgevoerd. Dit Natuurportaal is ingericht om omwonenden en geïnteresseerden te informeren over de maatregelen in het gebied.

 

 

Actueel

Het uitstrooien van steenmeel heeft inmiddels (oktober 2024) plaatsgevonden, verdeeld over de bossen in drie gebieden: de Luzenkamp, de Pijp en Vlodrop (zie kaartje hieronder).

Kaart strooigebied
Kaart strooigebied

Kaart 1900.png
Figuur 1: Ruim 100 jaar geleden bestond De Meinweg voornamelijk uit heidegebieden.
kaart 2020_2.png
Figuur 2: Door aanplant ten behoeve van de mijnbouw zijn grote delen van de heide veranderd in bos (2020).

Heide- en venherstel

Vochtige heide en zure vennen

In het gebied bevinden zich meerdere zure vennen waarvan slechts enkele van goede kwaliteit. Voor het behoud van soorten van de vochtige heide en de zure vennen is de verbinding tussen deze vennen en heiden essentieel. Het Bakven, dat vroeger groter was dan nu, is gelegen in de laagste verbindingszone tussen twee vochtige heiden. Dit ven zal worden hersteld door drainerende greppels te dempen, en omringende verzurende en verdrogende bosranden te verwijderen. Daarnaast wordt steenmeel toegepast in de randzone van het ven, en wordt over een klein gebied de zure toplaag verwijderd middels plaggen. 

Droge heide en halfopen bos (boomheide)

Op de heidegebieden bij Vlodrop-station en de Melickerheide komen bijzondere flora en fauna voor. Om de bestaande populaties van soorten te beschermen en verbeteren worden verbindingen tussen gebieden met droge heide en het halfopen bos (boomheide) gecreëerd. Op de Melickerheide vindt gerichte kap van bomen plaats, waardoor een groot aaneengesloten stuk boomheide ontstaat. Daarnaast wordt op de verbindingsstrook langs het spoor opslag van ongewenste bomen en struiken verwijderd, en zal er intensief worden begraasd langs dit traject.

 

Bosherstel

Aanplant van rijkstrooiselsoorten

De aanplant van rijkstrooiselsoorten in het bos zorgt voor een breder soortenpalet. Wanneer één of enkele boomsoorten last hebben van bijvoorbeeld droogte, vallen enkele bomen uit en blijft het bosklimaat behouden door de overige boomsoorten. 

Een speciale vorm van menging is het aanplanten van rijkstrooiselsoorten als winterlinde, zoete kers, esdoorn , haagbeuk, hazelaar en lijsterbes.  Dit heeft de voorkeur omdat deze bomen een positief effect op de bodem kunnen hebben. Bomen met rijkstrooisel hebben een hoog gehalte aan calcium, magnesium en kalium in hun blad. Dit komt doordat ze dit opnemen uit rijkere en diepere bodemlagen. Deze mineralen spelen een belangrijke rol in het zuurbuffermechanisme in de bodem: ze gaan verzuring van de bodem tegen. Daarnaast is het blad van deze rijkstrooiselsoorten makkelijk afbreekbaar door het bodemleven, waardoor inmenging in de bodem wordt gestimuleerd. Hierdoor neemt het organische stofgehalte in de bodem toe, waardoor ook het watervasthoudend vermogen van de bodem wordt verbeterd. Belangrijk in tijden van droogte!  

Voor een goede ontwikkeling van de rijkstrooiselsoorten, is een wat mineraalrijkere bodem nodig.  Daarom bekijken we per bosperceel of de bodem geschikt is voor aanplant van rijkstrooiselsoorten. We bepalen dus steeds welke boom- en struiksoorten het beste kunnen worden aangeplant, rekening houdend met bodem, standplaats en klimaatverandering.

Toepassen van steenmeel

Op de arme zandgronden ontbreekt vaak een gedeelte van de mineralen, doordat zij naar diepere bodemlagen zijn uitgespoeld. Deze mineralen zijn echter van groot belang voor een gezond bos. We kunnen deze mineralenverhouding in de bossen herstellen door het uitstrooien van steenmeel. Steenmeel is fijngemalen gesteente dat langzaam (in circa 15 jaar) afbreekt en hierbij de ontbrekende mineralen aan de bodem toevoegt. Niet alleen het bos, maar ook de nabijgelegen heide en duingebieden kunnen profiteren van deze mineralen. Om een goed beeld te krijgen van de noodzaak voor het aanvullen van mineralen zijn verspreid over de Meinweg bodemonderzoeken uitgevoerd. Daarnaast worden permanente monitoringlocaties aangelegd om het effect van het steenmeel de komende jaren te kunnen volgen.

 

NL Gefinancierd door de Europese Unie_POS.jpg
Logo Prov Limburg gesubsidieerd door (kleur).jpg
logogemeenteroerdalen.jpg

Veelgestelde vragen

Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Meer informatie over de Natura 2000 gebieden in Limburg is te vinden op: https://www.natura2000.nl/gebieden/limburg
De overheid trekt in het Landelijk Programma Natuur 3 miljard euro uit om kwetsbare natuurgebieden, die gevoelig zijn voor stikstof, te herstellen en versterken. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de provincies en samenwerkingspartners staan samen voor de taak om deze natuurherstelopgave te realiseren. Per gebied wordt gekeken welke maatregelen noodzakelijk zijn voor het herstellen van de natuur.
Er wordt aangeplant met rijkstrooiselsoorten. Daarnaast wordt steenmeel uitgestrooid over het gebied. De combinatie van beide maatregelen zorgen samen voor de revitalisering van het bos. Dit betekent echter niet dat beide maatregelen altijd bij één eigenaar landen. Er wordt op gebiedsniveau naar deze spreiding gekeken.
Steenmeel is gemalen veldspaat (steenvormig mineraal) van bijvoorbeeld de steensoort basalt of lava en is daarmee een natuurproduct.
Het steenmeel dat de Bosgroepen gebruiken, heeft een grovere structuur, vergelijkbaar met metselzand.
In Nederland hebben we veelal te maken met arme, verzuurde bodems. Dat heeft grote gevolgen voor de flora en fauna. Om onze bossen en natuurgebieden te behouden en te koesteren voor de toekomst, is het essentieel dat er bodemherstel plaatsvindt. Het toevoegen van mineralen is dan een waardevolle maatregel. Het creëren van een goede balans in de bodem is namelijk de basis van het herstelproces. De Bosgroepen hebben inmiddels zeer positieve ervaringen met het toevoegen van steenmeel bij bodemherstel, vandaar dat we dit binnen allerlei projecten en beheerwerkzaamheden toepassen.
Steenmeel verspreiden kan op verschillende manieren; strooien, blazen en uitvliegen. Het strooien wordt gedaan middels een centrifugaalstrooier, het blazen met een unimog met blaasinstallatie en het uitvliegen via een helikopter. In de meeste gevallen wordt vanwege de efficiëntie, de laagste milieudruk en de garantie op een gelijkmatige verspreiding van het steenmeel over het gebied gekozen voor het verspreiden via een helikopter.
We gebruiken steenmeel nu al meerdere jaren bij het herstel van bos- en natuurgebieden. De oudste steenmeelexperimenten zijn inmiddels zo’n vijf jaar oud. De eerste monitoringsresultaten geven een positief beeld; een geleidelijke aanvulling van de bufferende stoffen. En héél belangrijk: we zien géén negatieve effecten op flora en fauna. Monitoring op de lange termijn zal nog meer inzichten geven.
Nee, de helikopter kan enkel onder bepaalde weersomstandigheden vliegen. Bij te harde wind vliegt de helikopter niet. Daarnaast is het ook van belang dat het steenmeel zoveel mogelijk op de bodem terecht komt en niet in de bomen achterblijft. Daarom worden werkzaamheden in de winterperiode uitgevoerd.
De stikstofverbindingen die worden uitgestoten door industrie, veeteelt en auto’s, komen terecht in natuurgebieden. We noemen dat stikstofdepositie. Deze stikstofverbindingen maken de bodem zuur. In een gezonde bodem zijn voldoende bufferende stoffen zoals calcium en magnesium aanwezig om de zuurgraad te compenseren, maar in een arme, verzuurde bodem zijn deze mineralen uitgespoeld naar diepere lagen in de bodem. Omdat de stikstofdepositie doorgaat, wordt de bodem dus steeds zuurder. Veel planten en dieren kunnen hier niet tegen en verdwijnen. De natuurgebieden worden hierdoor steeds eentoniger en kwetsbaarder.
De mineralen in het steenmeel helpen de nutriëntenbalans in de bodem te herstellen en de bodemvitaliteit weer op peil te brengen. Daardoor kan de bodem zijn werk weer doen en wordt vocht ook beter vastgehouden.
De kracht van steenmeel zit vooral in de trage werking. De bufferende stoffen komen namelijk heel geleidelijk vrij na verwering. Hierdoor heeft de bodem een lange, continue aanvulling, in plaats van een korte, tijdelijke boost, zoals bij kalk het geval is.
Steenmeel heeft een trage werking en kan tot wel 30 jaar zijn nuttige werk in de bodem doen.
Gezien de achteruitgang van de natuur door verdroging en verzuring en het feit dat natuur daardoor zo kwetsbaar is, zien we de toevoeging van steenmeel als zeer waardevol. We hebben te maken met de gevolgen van jarenlange stikstofdepositie die de natuur zelf niet meer zomaar opgelost krijgt. Door de natuur op deze manier nu een handje te helpen, is het mogelijk om het benodigde herstel in gang te zetten en de flora en fauna te koesteren voor de toekomst. Robuuste natuur met biodiversiteit kan namelijk pas ontstaan als de natuurlijke systemen en processen op orde zijn en goed functioneren. Zo’n gebied in balans is ook weerbaarder tegen klimaatsveranderingen. Het verspreiden van steenmeel vormt samen met hydrologische maatregelen en aanplant van rijkstrooiselsoorten een integrale aanpak voor het gewenste systeemherstel.
De hoeveelheid hangt af van het gebied en project en kan wat variëren, maar doorgaans verspreiden we 10.000 kg steenmeel per hectare. Na verspreiding ligt er als het ware een klein waasje op de bodem, dat al gauw verdwenen is. Het waardevolle proces gaat dan onzichtbaar verder in de bodem.
Die kans is zeer gering want:

- Het gaat om een eenmalige verspreiding van steenmeel.
- Rondom het werk liggen ruime veilige zones waarin geen werkzaamheden plaatsvinden. Deze zones zijn actief afgezet voor publiek en hierbinnen is geen bebouwing aanwezig.
- Het verspreiden gebeurt in structuurrijke vegetatie. Het materiaal daalt snel (hoog soortelijk gewicht) en slaat snel neer.
- We verspreiden geen steenmeel bij te harde wind.
- We hebben bewust voor deze uitvoeringsperiode (doorgaans najaar/winter) gekozen vanwege het relatief vochtige weer.
De boomsoorten die bij dit project worden gebruikt zijn winterlinde, zoete kers, esdoorn , haagbeuk, hazelaar en lijsterbes.

Locatie